Een tijd terug had ik een afspraak in Leuven. Sinds enige tijd neem ik daarvoor de trein. Gezien het openbaar vervoer in Vlaanderen nog niet klokvast rijdt, heb ik wat reserve genomen. Mijn trein is prima op tijd. Dus ik ben te vroeg. Of ik heb plots extra tijd, tijd waar ik niet op gerekend heb. Via de Bondgenotenlaan loop ik langzaam naar mijn bestemming. Tot ik na enkele tientallen meter boekshop Peeters ontwaar. Als liefhebber loop ik daar moeilijk voorbij. Het blijkt echter een soort universiteitsbib te zijn met veel ‘moeilijke’ werken. Tot ik plots het volgende boek ontwaar:
Het fascineert me. Zonder de achterflap te lezen, neem ik het mee. Ik kom een kwartier te vroeg op mijn bestemming. Ik heb nog tijd om mij wat extra voor te bereiden. De bijeenkomst verloopt prima.
Tijdens de terugreis, begint het te kriebelen en begin ik het boek te lezen. Ik word meteen aangetrokken door volgende passage:
“Hoe kunnen we ons bevrijden van deze dodelijke angst, die ons ertoe brengt de tijd te vrezen als een homogeen en kwantificeerbaar element, een start- en finishlijn waarop zich een wedren afspeelt, waarin we allemaal gedoemd zijn achterstand op te lopen?”
Daar ben ik nu eens benieuwd naar. Ik heb ook vaak tijd tekort om alles te doen wat ik wil doen. Of denk te moeten doen. En ik zie rondom mij heel wat mensen gejaagd hun leven afhaspelen.
Een interessante gedachte in het boek van deze Franse filosofe vind ik de voorstelling van tijd in horizontale en verticale tijd.
“De horizontale tijd stimuleert onze lichamen en hersenen om zich in een wedren van plannen, prestaties en constante verbeteringen te storten. De verticale tijd is gevoelsmatig, innerlijk, kostbaar en nuttig. Waarin we met onze liefde en met onze gedachten in onszelf keren. Momenten die gewijd zijn aan verdieping, verbondenheid en creativiteit.”
Het is een eenvoudige voorstelling van tijd. Snel en oppervlakkig tegenover traag en diep.
Neen. Niet tegenover, lees ik verder:
“De cultus van de horizontale en technische tijd stelt ons niet zozeer voor de vraag of het allemaal trager moet, maar of wij in staat zijn om volgens spirituele tijden te leven en of wij voelen hoe essentieel het voor ons leven is dat we horizontale en verticale tijden elkaar laten ontmoeten. De tijd lijkt zowel op een opgewonden jongeman als een grijsaard die aan de oever van de rivier zit”
Het gaat volgens de schrijfster over balans en variatie naargelang de activiteiten. Op je horloge kunnen kijken, vaart maken als het moet, maar er ook zijn voor anderen, overdenken en spirituele tijd hebben. Verder in het boek lees ik hoe de Chinezen dat voor elkaar krijgen.
In een eerdere column Boost je efficiëntie tijdens het werk, had ik het over hoe je tijd kan winnen in een organisatie. Blijkbaar had ik het toen over horizontale tijd. Niet over wat je dan met die gewonnen tijd kan doen. In tijden van stress, burn-out en bore-out is het misschien voor jezelf of als organisatie de moeite om die oefening te maken en om te kijken hoe de tijd onze beste vriend kan worden?