Het transformatierad is een denkmodel dat een organisatie in al haar aspecten kan veranderen. Bij elk van de segmenten van het rad bestaan afremmende patronen en vastgeroeste gewoontes die ertoe leiden dat de organisatie niet in beweging kan komen. De kunst bestaat erin om voor die tegenwerkende patronen alternatieven te bedenken die samen werknemers regisseur van hun werk kunnen maken. In deze blog een aantal do’s and don’ts voor elk van de segmenten van het transformatierad:
Werkinhoud
Do: kijk proactief welke medewerkers zich zullen moeten bijscholen voor de digitale transformatie. Ontwikkel robotproof vaardigheden (creativiteit, empathisch vermogen, ruimtelijk inzicht, design, marketing, interpretatie van informatie, goede beslissingen kunnen nemen, negotiatievaardigheden, discipline, veerkracht en doorzettingsvermogen) bij zoveel mogelijk mensen in de onderneming. (p. 28-31).
Don’t: stop met het opstellen van gestandaardiseerde functiebeschrijvingen en competentieprofielen. (p. 30)
Werkvorm
Do: probeer je denkend brein af en toe stil te leggen via routinematige taken, meditatie, sport, wandelen, zingen of dansen. Maak gebruik van je onbewuste en laat problemen en uitdagingen rijpen. Maar spreek vooraf wel een boodschap in. (p. 33-37)
Don’t: hou op met het bedenken van ideeën alvorens eerst te observeren en je in te leven in de doelgroep voor wie de ideeën bedoeld zijn (p. 159-161)
Evaluatie
Do: Zorg voor een cultuur van wederzijdse en permanente feedback waar medewerkers getraind zijn in het geven en ontvangen ervan. Zorg zo voor een hoge leersnelheid in je onderneming. (p. 66, p. 132-133, p. 135)
Don’t: Stop met tevredenheidsanalyses als de werkgroepen nadien de echte oorzaak niet mogen aanpakken. (p. 65)
Werktijd
Do: Besteed structureel minder tijd aan het verwerken van e-mails. Lees ze in batch en stel je een doel (aantal mails, aantal lijnen per mail). Overtuig collega’s om mee te doen. Scherp je doel regelmatig aan. (p. 79)
Don’t: Hou op met van de ene meeting naar de andere te hollen en zo het contact met je collega’s te verliezen. (p. 77)
Werkomgeving
Do: Serveer uitstekende koffie en thee. Richt aangename ontmoetingsplaatsen in. Verhoog de kans op toevallige ontmoetingen. (p. 146-147)
Don’t: neem afscheid van de gestandaardiseerde en weinig inspirerende werkomgeving met neutrale en kille kleuren die niemand tegen de borst stoten. Neem bordjes met missie en visie weg indien deze niet geleefd worden. (p. 151)
Werkmateriaal
Do: zorg voor een systeem of platform waarbij interne ideeën van medewerkers structureel opgevolgd en gevoed kunnen worden. Zet een prototype lab op waar medewerkers hun ideeën verder kunnen ontwikkelen. (p. 103)
Don’t: start niet blind met internetzoekopdrachten maar denk eerst gericht na over wat je wil vinden. (p. 58-59)
Netwerk
Do: ga op zoek naar complementaire netwerken en consortia waarmee je samen aan een win-win ecosysteem kunt bouwen. (p. 126)
Don’t: stop met het bannen of controleren van sociale media van medewerkers
Werkorganisatie
Do: Neem leidinggevenden in dienst die medewerkers zelfsturend kunnen maken. Promoveer geen experten meer tot leidinggevenden als ze niet over de nodige mensgerichte vaardigheden beschikken. (p. 46-47)
Don’t: hou op met het bureaucratisch organiseren van werk en stel paal en perk aan de wildgroei van regels en procedures
Zoals je hebt gemerkt, staan achter elke do en don’t pagina’s vermeld. Dat zijn pagina’s uit het boek Innoshock waar je over de desbetreffende do of don’t meer te weten kan komen. Er staan 60 do’s and don’ts in het boek. Wil je het Innoschock boek lezen? Bestel het boek.