Hoeveel jaar moeten zij nog?

Kwart na zes in de ochtend, de wekker loopt af. Mijn brooddoos in mijn rugzak en met de fiets naar het station. En vandaar de trein naar Brussel. Het regent lichtjes. Dus ik blijf wat in het tunneltje staan tot de trein er is. Rik is er ook. We hebben samen voor ingeneur gestudeerd en zijn elkaar daarna uit het oog verloren. Ik stap op hem af. Hij dacht dat ik het was maar hij was niet zeker.

Rik werkt na zijn studies ingenieur elektronica al dertig jaar in de banksector. Hij ziet er niet vrolijk uit. De jongste jaren steekt zijn werk hem enorm tegen. Toen hij bij de bank kwam, mocht hij een job doen die hij graag deed. Maar na enkele jaren werd er gereorganiseerd en moest hij schuiven. Hij zweerde dat hij nooit bij IT zou werken. En nu zit hij er toch. Tegen zijn zin. Hij is nu 54 en kan waarschijnlijk op 63 jaar stoppen. Nog negen lange jaren. Enkele jaren geleden konden collega’s vervroegd in pensioen gaan. Als je in 1962 geboren was, mocht je gaan. Zijn balpen lag klaar om te tekenen. Maar Rik was te jong …

Plan B

In het secundair volgde Rik technisch onderwijs. Omdat hij er bovenuit stak, studeerde hij verder voor ingenieur. Met succes. ‘Eigenlijk was het mijn ongeluk’, vertelt hij. ‘Ik had beter een stiel uitgeoefend, dichter bij huis. Met mijn handen werken, iets doen wat ik graag doe. Maar nu is het daarvoor te laat. En daarbij, als ik mijn ontslag geef, loop ik mijn premie. mis’, zegt hij. ‘Negen jaar is wel lang, hé’, opper ik. ‘Ik weet het’, zucht hij. ‘Maar stel dat ze mij zouden ontslaan, dan ik spring een gat in de lucht’.

‘Sinds kort werken ze bij ons met squads, kleine flexibele teams. Die zelfsturend zijn. Wat blijkt in de praktijk? Dat er altijd iemand de baas speelt en dat beslissingen opgedrongen worden. Dat is nu altijd hetzelfde bij ons. Ze zien ergens iets en dat wordt opeens het van het. En dan voeren ze het slecht in’. ‘Maar stel nu dat ze je nog negen jaar houden?’ vraag ik. ‘Dan moet ik misschien toch mijn ontslag geven. Maar wat moet ik dan doen?’. Rik weet het niet. Hij voelt geen enkele connectie meer met de organisatie waar hij werkt en hij heeft geen alternatief.

Met hoeveel zouden ze zijn?

Rik is niet alleen. In dezelfde week komt ik toevallig Pieter tegen. Ik volgde vroeger avondschool webdesign bij hem. Pieter werkt ook bij een bank en vertelt een bijna identiek verhaal. Gelukkig geeft hij nog avondles. Daar kan hij zich nog voor opladen.  ‘Waarom stap je niet over naar het dagonderwijs? Het onderwijs heeft goede mensen nodig’, vraag ik hem. ‘Anciënniteit’ is het antwoord. Pieter zou een fantastische leraar zijn en toch trekt hij elke dag tegen zijn zin naar Brussel.

Hoeveel zouden er niet zijn zoals Rik en Pieter? Medewerkers die niet meer gemotiveerd zijn en die elke dag de automatische piloot aanzetten? Voor hen is het dramatisch want hun leven gaat voorbij zonder zingevend werk. Voor hun organisatie betekent het een enorm verlies. De gemakkelijkste oplossing is afscheid nemen van deze medewerkers. De uitdaging is om hen weer te motiveren. Dit kan volgens mij alleen maar als je als organisatie radicaal het roer durft omgooien en werknemers eigenaarschap over hun werk durft geven. En dit op alle vlakken: hun werkinhoud, hun manier van werken, hun evaluatie, hun werktijd, hun werkomgeving, hun netwerk, hun werkmateriaal en de organisatie van hun werk. Dat betekent dat je voor elk van die elementen de huidige vastgeroeste patronen zal moeten doorbreken. En er alternatieven voor in de plaats zetten. Dat is niet eenvoudig maar ook niet onmogelijk. In het boek Innoshock beschrijf ik hoe je dat kunt aanpakken.

Lees er meer over

In eerdere blogs besteedde ik al aandacht aan dit thema:

Met het transformatierad maak je werknemers regisseur van hun werk

Do’s and Don’ts om jezelf en je onderneming toekomstbestendig te maken

Waar zit jij in je dubbeldekker?

Boost je efficiëntie tijdens het werk

Zin om het boek Innoshock te lezen? Bekijk de preview of bestel het boek